EB52 Botter

EB52 botterBij de eerste officiële registratie van de Elburger vloot (1882) kreeg Dirk Broekhuizen het nummer EB 52 toegewezen. Dirk was een zoon van Aart Broekhuizen en Aaltje de Beer. Zijn bijnaam was 'De Spierik'. Hij trouwde op 13 april 1876 met Gerritje Ruijs, dochter van Gerhardus Ruijs en Hendrika Balk. Dirk (1856-1952) en Gerritje kregen vijftien kinderen, waarvan er een aantal op jonge leeftijd stierf. Hun huwelijk duurde ruim 72 jaar. Dirk Broekhuizen werd 96 jaar oud. Zijn vrouw stierf op 92-jarige leeftijd.

Zes zonen

Zes zonen van Dirk Broekhuizen zijn voor kortere of langere tijd bij de visserij betrokken geweest. Oudste zoon Aart was tot 1908 knecht bij zijn vader op de EB 52. In september van dat jaar verdronk hij tijdens de kubbenvisserij in de buurt van 'De Nabbert' (benoorden de Elburger haven). Zijn lichaam werd gevonden door de gebroeders Jacob en Thijs Westerink (EB 45). Aart Broekhuizen werd slechts 32 jaar oud.

Gerhardus (1880-1973) was in zijn jonge jaren vissersknecht bij Jacob Westerink (Jaap de Klikke). Hij vertrok in 1904 naar Emmen en werd postbode. In Elburg had Gerhardus Broekhuizen de bijnaam 'De Tompe'.

Hannes (1888-1965) liet in 1913 voor 1425 gulden een nieuwe bons bij Schepman in Kampen maken. Het vaartuig kreeg het nummer EB 39. Hij verkocht de bons in 1924 voor duizend gulden aan Wijnand Westerink (Wijnand van Coenroad). Met het oog op de naderende afsluiting van de Zuiderzee vertrok hij naar Emmen, net als zijn oudere broer Gerhardus. Tot de oorlog handelde Hannes Broekhuizen vooral in vis. Daarna ging hij hoofdzakelijk verder in de groentehandel.

Kobus (1889-1975) werd in 1915 schipper op de EB 68. In Bunschoten kocht hij in dat jaar een botter (BU 152) van Wouter Heek. In 1928 vertrok Kobus Broekhuizen met zijn gezin naar de Zaan. Hij kreeg werk bij de Koninklijke Stijfselfabriek Jacob Duijvis (fabriek de Chios). Zijn zwager Jan van Triest kocht in 1930 de botter EB 68.

Dirk (1896-1976) heeft altijd met de EB 52 gevist. In zijn jonge jaren was hij knecht bij zijn vader. Later nam hij de vergunning over. Hij beëindigde de visserij in 1955.

Hendrik Roelof (1897-1981) viste in zijn jonge jaren bij zijn broer Dirk op de EB 52. Vanwege zijn magere postuur had hij de bijnaam 'De Schrale'. Hij vestigde zich in 1924 in Emmen, maar keerde eind 1925 terug naar Elburg. Op 27 oktober 1926 vertrokken Hendrik Roelof en zijn vrouw Hendrikje Docter (1901-1977) naar De Zaan. Daar woonde in die tijd reeds een broer van Hendrikje. Hendrik Roelof vond werk bij het tarweverwerkende bedrijf Chios, waar hij in de dagen 26 gulden per week verdiende.   

Bons

De oude Dirk Broekhuizen viste vele jaren met een bons. Dit schuitje had hij in 1884 laten maken bij de werf van Schepman te Kampen. In het vlootregister staat vermeld dat hij voornamelijk viste met 'haring- en spieringdrijfnetten, botsleepnetten, zijdennetten, dwarskuil en aalkubben'. Barend Mons was geruime tijd knecht op de EB 52. Nadat Dirk omstreeks 1925 vergunninghouder op de EB 52 was geworden, kocht hij het schuitje van zijn vader voor zeshonderd gulden. De oude Dirk ging vanaf dat moment niet meer mee naar zee, maar hielp zijn zoon nog wel met het breien en boeten van de netten.

Schade

Door de afsluiting van de Zuiderzee was Dirk omstreeks 1934 gedwongen om over te schakelen van botvissen (ziënetten) naar kuilvissen. Een grote strop, omdat hij in de voorafgaande winter nog een nieuwe beug zijdennetten had aangelegd. In 1935 zeilde Broekhuizen de mast van de bons. Voor vijftig gulden zette Balk vervolgens een tweedehands mast in de schuit. Vanwege ouderdom werd de bons in 1937 gesloopt.

EB 38

In 1937 kocht Dirk Broekhuizen voor vierhonderd gulden de botter van Gerrit van de Wetering (EB 38). Dirk liet kort daarop een 15-PK T-Ford motor in de schuit zetten. Wichert Zoet uit Oostendorp leverde de motor voor 140 gulden, terwijl Daan Balk voor het inzetten honderd gulden rekende. In de zomer van 1944 zette Daan Balk voor 130 gulden een nieuwe mast op de EB 52. Met de voormalige EB 38 viste Broekhuizen tot vlak na de oorlog.

EB 37

In mei 1946 verkocht Broekhuizen de botter voor 1250 gulden aan Hendrik en Jan Woning uit Kampen (KP 148). De gebroeders Woning visten nog een periode met de voormalige EB 52. Vervolgens verkochten ze de botter naar Bunschoten. In hetzelfde jaar nam Dirk voor 4400 gulden de botter over van de gebroeders Aalt en Cornelis Wijnbelt (EB 37), die de visserij beëindigden. In deze schuit werd in 1947 een 20-PK A-Ford motor gebouwd. In 1950 werd de schuit overijzerd. Met de oude EB 37 viste Dirk Broekhuizen tot de droogmaking van Oostelijk Flevoland.

Beëindiging visserij

In oktober 1955 beëindigde Dirk Broekhuizen Sr. de visserij. Zijn zoon Dirk was in 1954 benoemd tot teller-afslager aan de gemeentelijke visafslag. Hij verliet in het najaar van 1955 Elburg en vond werk op de Fokkerfabrieken te Amsterdam. In juli 1956 werd EB 52 als pleziervaartuig verkocht aan P. Leenderse uit Vlissingen. Broekhuizen Sr. vond werk bij Zuiderzeewerken als 'vletschipper'. Dirk Broekhuizen was getrouwd met Gerrigje Groot Karsijn. Hij stierf op 16 maart 1976 op 79-jarige leeftijd.

Zeldzame vangst

Als een zeldzaamheid kan worden vermeld dat de visser D. Broekhuizen alhier in het begin van deze week bij het ophalen der netten in zee een zalm heeft gevangen, wegende ongeveer 13 halve kilo's. Hij verkocht het dier voor zeven gulden. Bron: Nieuws- en Advertentieblad Elburg en Omstreken, 26 september 1903.

Aart Broekhuizen Dzn. verdronken

Elburg. Zaterdagmorgen verspreidde zich een treurige tijding door ons stadje. De 32-jarige A. Broekhuizen was in zee verdronken. Met zijn vader en nog een broertje was hij vissende in een botter op de Zuiderzee even benoorden de haven. Om de aalkubben na te kunnen gaan, begaf hij zich in de boot, die achter aan de botter was vastgemaakt. Door de hoge zeeën stond er echter veel water in de boot en nu wilde Aart dit water eruit verwijderen. Of nu de boot opeens een schok kreeg door het aantrekken van de botter, of dat een hoge zee een schok aan de boot gaf kan moeilijk uitgemaakt worden, maar het treurige gevolg was dat Aart over boord sloeg. Hoewel hij zeer goed zwemmen kon, werd hij hierin verhinderd door de zware waterlaarzen en het oliepak dat hij om het ruwe weer had aangetrokken. Toch wist hij zich nog geruimen tijd boven te houden. Op zijn geroep sprong de vader in de boot, maar helaas drie van de vier riemen waren weggeslagen en met één riem kon de man met de hoge zeeën, die er liepen, niets beginnen. Hij moest het aanzien dat zijn zoon verdronk. De droefheid der ouders, die hun zeer oppassende, knappen zoon zoo droevig moesten missen is niet te beschrijven. De deelneming in de gemeente is algemeen. Herhaalde pogingen om het lijk van den drenkeling te vinden bleven tot nu toe vruchteloos. Bron: Nieuws en advertentieblad Elburg en Omstreken, September 1908.

In zee verdwenen

Zaterdagmorgen zeilde de Elburgse visserman Dirk Broekhuizen met twee zoons uit op de palingvangst. De vader met den oudsten zoon Aart gingen in de zee, toen zij bij hun kubben waren, in hun boot over. Terwijl de zoon bezig was de boot van water te ontdoen, kwam opeens een golfslag, welke hem wegrukte en in de zee deed verdwijnen. Het lijk van den ongelukkige is, wegens de woelige zee, nog niet gevonden. Bron: Weekblad Schuttevaer, 5 september 1908.

Hulpverlening

Zondagmorgen kwam de schipper van het schip 'Vertrouwen' van Ameide beladen met steen voor de in aanbouw zijnde Geref. Kerk te Doornspijk met zijn knecht in een bootje in de haven alhier om hulp te halen, daar zijn schip op de 'Doornspijkerberg' was vast gelopen. Door de drie gebroeders Broekhuizen werd hulp geboden. Het gelukte hun het schip los te werken, echter met verlies van het roer. Na veel inspanning gelukte het, slepende achter de schuit van de gebr. Broekhuizen de haven van Elburg te bereiken. Bron: Nieuws- en Advertentieblad Elburg en Omstreken, 19 december 1923.

Blauwe postduif

Door Barend Mons is dinsdag op de schuit in zee gevangen een prachtige blauwe postduif met een ringetje aan de rechterpoot gemerkt Derby Borain 14.27312. De duif zal enige dagen worden vastgehouden. De eigenaar kan haar bij M. terugbekomen. Mocht niemand het diertje komen opeisen, zoo zal het worden losgelaten. Bron: Nieuws- en Advertentieblad Elburg en Omstreken, 12 juni 1915.

Barend Mons

Barend Mons werd op 10 november 1872 te Harderwijk geboren. Zijn ouders waren Andries Mons en Anthonia Vermeer. Op 1 april 1902 vestigde het gezin Mons zich in Elburg. Barend was knecht bij diverse Elburger vissers. Lange tijd was hij in dienst bij Dirk Broekhuizen (EB 52). Barend Mons was getrouwd met Bartha Tijdeman (1871-1965), dochter van Albertus Tijdeman (schipper) en Hendrica Teekman. Oudste zoon Andries was vissersknecht bij diverse Elburger schippers. Barend Mons stierf 7 januari 1950 op 77-jarige leeftijd.

Bedrijfsmiddelen

Dirk Broekhuizen (EB 52) moest op 5 oktober 1933 in opdracht van de Rijksdienst ter Uitvoering van de Zuiderzeesteunwet de goederen opgeven welke in aanmerking konden komen voor een tegemoetkoming wegens de afsluiting van de Zuiderzee. Deze lijst bevat de volgende bedrijfsmiddelen:
44 perkjes zijden botnetten
2 dwarskuils
8 haringnetten
5 spieringnetten
20 reepjes staande spieringnetten à 3 stuks
5 klaarzakken
1 inkel
1 aatje
1 stuk van een aatje
5 botsleepnetten
1 loodsim
1 slede
150 kurken
1 stel sleeptouwen
1 stel kuiltouwen
2 ijsbijlen
1 zeil
1 fok
1 grote kluiffok
1 kleine kluiffok
1 bezaan
1 bons EB 52 inclusief span zeilen
1 kubbeboot

Zeventig jaar getrouwd

Elburg. Zaterdag waren wij enigen tijd de gast bij het echtpaar Broekhuizen. Het was een grote familie, welke daar rond de tafels zat. Dit kon ook niet anders, wanneer men weet dat het echtpaar Broekhuizen een familieschaar heeft van 127 kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen, welke wel zeer verspreid zijn over den Nederlandse bodem. Een gedeelte zit namelijk in Drenthe, een ander gedeelte weer in Limburg en in Zaandam, en in Elburg natuurlijk ook een groot gedeelte. Ditmaal was echter alles naar Elburg gekomen, om daar dit wel zeer zelden voorkomende feest mee te vieren.

Opa Broekhuizen is een krasse oude baas, die op 19 april 90 jaar wordt. Opoe Broekhuizen is nog wel goed ter been, maar het geheugen heeft haar in den steek gelaten.

Naar aanleiding van een groot gedicht, dat door één der zoons werd voorgelezen en aangeboden, willen wij nog eens even op de vergane jaren, waarin vreugd en leed werden gedeeld, terugkomen. 15 kinderen werden geboren, 9 bleven in leven, één zoon stierf in 1908 op zee. Opa, zelf ook visser, was altijd één der eersten wanneer er op zee iets te redden was. Ook toen het eenmaal geen schip betrof, maar 2 jongens, die op het ijs dwaalden.

De oudjes genieten thans een welverdiende rust bij hun dochter, doch Opa kan de visserij nog niet vergeten, netten maken is nog steeds zijn lust. Maar ook de visserij heeft hem nog niet vergeten. Een zeer grote taart werd nl. door de Visserijvereeniging aangeboden. In chocolade was hierop de schuit EB 52 afgebeeld, waarop Opa Broekhuizen zoo lang gevaren heeft.

De oudjes heeft het op dezen dag niet aan belangstelling ontbroken, iets wat wel te begrijpen is.

Bron: Elburger Courant, 16 april 1946.

Elburgs oudste inwoner 94 jaar

Broekhuizen, een oude visser,
vierde zijn verjaardagsfeest;
hij verkeert in goede welstand
naar het lichaam en de geest.
Vierennegentig te worden
is een grote zeldzaamheid,
die de leeftijdsgrens der burgers
uit ons plaatsje overschrijdt.

Ook is 't pient're, ouwe baasje
nog terdege bij de hand
en leest, zonder bril, de nieuwtjes
uit de Elburger Courant.
Eten kan hij als de beste;
daar mankeert het nog niet aan.
Nooit zal hij een lekker hapje
ongenuttigd laten staan.

Ouwe baas! nog goede jaren
na dit heugelijk festijn!
W' hopen, dat een pracht gezondheid
rijkelijk Uw deel mag zijn.
Blijven zij U steeds omringen,
in wier midden U verkeert,
en weest verder, namens allen:
Hartelijk gefeliciteerd!

'Dovéte'

Bron: Elburger Courant, 20 april 1950.