De Beekstraat
Op de binnenplaats van een vier eeuwen oud pand stond in de vorige eeuw een houten schuurtje. De familie deed hier de kookwas. Aan de muur was tot 1975 een buitenschoorsteen. Achter de schuur is rond 1913 over de hele breedte een stal gebouwd voor 8 koeien. Niks bijzonders zou je zeggen totdat er jaren later een verzakking in de vloer kwam. De oorzaak werd niet onderzocht en het gat werd weer keurig dicht gestraat. Het binnenplaatsje zag er weer netjes uit.
Schat in Elburg in het jaar 1913
Honderd jaar geleden kwam in het huis een herenboeren familie wonen. Achter het huis was het erf een rommeltje. Een metselaar kreeg opdracht om alles op te ruimen en er een nieuwe stal te bouwen. Het achtjarige zoontje mocht helpen. Toen de metselaar weg was om te eten, keek het zoontje speurend rond en droomde van een verborgen schat. Met zijn handen en zijn schepje groef hij in de grond en vond een scherf! Vond hij nog meer?
De vondst
“Au” er zaten nog meer scherven en dat leek wel een pot… . “Hé jochie, wat doe jij daar”, hoorde hij opeens de metselaar achter zich zeggen. Ook de metselaar zag nu een pot. Voorzichtig haalde hij hem uit de grond. Er zat alleen wat stof in. De opwinding steeg toen er een tweede pot tevoorschijn kwam, weer leeg. De derde pot was raak!!!
Een pot tot de rand toe gevuld met zilverstukken
Wie weet zat er nog wel een pot? De goudkoorts had toegeslagen. En jawel hoor, het leek wel een sprookje. Pot drie verscheen, afgedekt door een glasdeksel. Voorzichtig werd de pot geopend en was tot de rand toe gevuld met zilverstukken. Albert: “Oooooooh, wat veel… .”
Waarom verstoppen?
Begin 1800 was het Franse tijd. Ons land was bezet door Napoleon. Ook in Elburg waren soldaten. Mensen waren bang voor roof en verstopten hun geld soms onder grond. In ons huis woonde toen de familie Vos. Zij hadden hier een branderij om koffie uit gerst te maken. Buiten de stad hadden ze een graanmolen. Alle munten, op een paar na, zijn later verkocht. De familie is er wel rijk mee geworden.
Archeologisch onderzoek
Jaren later is de werkgroep Archeologie van de oudheidkundige vereniging Arent thoe Boecop ingeschakelt. De werkgroep en de deskundige archeoloog hebben op deze plek een onderzoek gedaan en er zijn diverse voorwerpen naar boven gekomen. Zoals oude scherven en dieren botten. Maar ook resten vanwaarschijnlijk een buitenkelder met een tongewelf. De bovenkant van het gewelf is ongeveer 250 cm., de lengte en breedte is 217 cm, dus een vierkante ruimte. De recht opstaande hoogte van de zijkanten is 190 cm en daarna begint de ronding. De bakstenen zijn bijna allemaal rood, ongeveer 220 x 115 x 50 mm. Dit type is voor het eerst gebakken in de 16e eeuw. De ouderdom van de stenen zegt echter niet zoveel over de ouderdom van de ruimte, omdat stenen vroeger vaak hergebruikt zijn.
Na nog wat verder spitten kwam er een donkerbruine substantie naar boven. Mest! Uiteindelijk blijkt de kelder dus een beerkelder te zijn!