Verborgen verhalen - mantelzorger Daphne
Ik ben Daphne en ik woon samen met mijn dochter van 3 in Nunspeet. Sinds een paar jaar woont m’n moeder bij ons in huis. Ze is sinds een paar jaar ziek en dus wilde ik haar dicht in de buurt hebben. Ze heeft altijd voor mij gezorgd, dus nu zorg ik voor haar.
Het is ook gewoon een stuk makkelijker als ze hier in huis woont. Ik beheer haar AOW en op mijn beurt zorg ik voor haar, het huishouden, de dieren, het eten, noem maar op.
M’n moeder woont in een mooi omgebouwd tuinhuis. Ze heeft daar ook een klein keukentje. Verder maakt ze bij ons in huis gebruik van de wc. Toen ze nog de trap op kon, ging ze boven douchen. Dat gaat nu niet meer. Om haar steeds zieker te zien worden, is best heftig. Je ziet iemand lichamelijk en geestelijk veranderen. Eerlijk gezegd moest ik er erg aan wennen om voor haar te zorgen. Er komt toch ineens iemand bij je in huis wonen en je levert een boel privacy in.
Toen ze pas bij ons woonde, kon ze zichzelf nog wel redden. Maar na een aantal maanden ging ze achteruit. In eerste instantie had ze hulp nodig bij het wassen, later ook bij het toedienen van haar medicatie. Die vergat ze dan wel eens. Ik voelde dat er steeds meer druk op mij kwam te liggen, ik ben tenslotte haar dochter. Gelukkig kon ze hulp krijgen van de wijkverpleging. Alleen vond ik het soms wel vervelend dat er dan steeds vreemden in je huis komen, en ook nog op verschillende tijden.
Die hulp was wel nodig, want het werd me toch allemaal wat te veel. Ik had ook nog m’n eigen zorgen, weet je. Mijn dochter verdient ook een leuke moeder. En ik wil ook nog wat met m’n leven doen, plannen maken enzo. Om heel eerlijk te zijn voelt de zorg voor m’n moeder soms wel als een blok aan mijn been. Maar ik wil niet dat ze het hier met de wijkverpleging over heeft, want wij doppen onze eigen boontjes. Daarnaast heb ik de AOW van mijn moeder hard nodig, anders kom ik zelf amper rond.
Waar ik echt een hekel aan heb, is als ze ongevraagd door het huis loopt. En als ik van huis ben, wil ik dat al helemaal niet hebben. Dus wat doe ik dan? Ik doe de deur van het tuinhuis op slot. Ze heeft wel een po-stoel hoor en ook wat te drinken en eten. Maar dat is voor mij gewoon even makkelijk. Haar meenemen is geen optie. Lopen gaat steeds lastiger en ik heb geen zin in dat gesleep met een rolstoel. Soms gaan we samen wel even naar de winkel hier om de hoek, dat lukt nog net met de rollator.
Soms vraagt ze ook echt veel aandacht, ze is er natuurlijk altijd. Tja, het huis en haar plekje zijn ook wel wat rommeliger en viezer dan ik misschien zou willen. Dat krijg je natuurlijk al snel met al die beesten. En het komt ook niet altijd uit om een goede maaltijd te koken. Of om haar zo vaak te wassen als ze zelf wil. En als ze dan net op een verkeerd moment iets van me vraagt, dan verlies ik wel eens m’n geduld. Ze krijgt dan soms een snauw of een duw van me, en dan stoot ze weer net onhandig haar been aan de tafelpunt. Ik wil haar natuurlijk geen pijn doen, maar ik loop ook een beetje op m’n tenen.
Om heel eerlijk te zijn, was ik blij dat de wijkverpleging voorstelde dat m’n moeder een paar keer per week naar de dagopvang kon gaan. Ook om mij te ontlasten. Ik moest er wel even spontaan van huilen en kon eindelijk toegeven dat het allemaal te veel was.