Kotter EB68
Nieuwe kotter
Vanaf 1956 viste Aart vanuit Harderwijk op het IJsselmeer. In 1961 besloot hij een kotter te laten bouwen op de werf van J. Boomsma te Sneek. Het nieuwe vaartuig kostte zestigduizend gulden. De botter verkocht hij in hetzelfde jaar voor 4250 gulden als pleziervaartuig. De kotter, die officieel geregistreerd stond onder de naam 'Jan', was voorzien van een 88-PK Kromhout dieselmotor. Later werd een nog zwaardere motor in de kotter gebouwd. Met het nieuwe schip viste Aart hoofdzakelijk met de kuil. Een grote klap voor de IJsselmeervissers was het verbod op de kuilvisserij in 1969. Twee jaar later besloot Van Triest de IJsselmeervisserij te beëindigen. De kotter werd in december 1971 verkocht als pleziervaartuig. Aart schafte een kleine ijzeren schouw aan en schakelde over op de fuikenvisserij op de randmeren. Zijn zoon Jan kwam later bij hem aan boord en is momenteel vergunninghouder van de EB 68.