Botter EB17

In het vlootregister van 1886 staat achter het nummer EB 17 de naam van Hendrik Foppen vermeld. Hendrik was een zoon van Aart Goossens Foppen en Teuntje Karssen. Hij had in Elburg de bijnamen 'Hendrik van Mina' en 'De Konte'. Hendrik Foppen (1855-1919) kwam oorspronkelijk uit Harderwijk. In Elburg 'kreeg hij kennis aan' Willemina uit de Boomgaard (1847-1924) met wie hij later trouwde. Zij was een dochter van Dirk uit de Boomgaard en Wijmtje van der Laan. Hendrik en Mina kregen twee kinderen: Teuntje en Dirk. Zij stierven echter op zeer jonge leeftijd.

Pluutje

Foppen viste met een pluut. Bij de inschrijving in het vlootregister van 1911 staat achter zijn naam genoteerd: 'vist met haring- en spieringnetten, botnetten, dwarskuil en aalkubben'. In juni 1918 werd Foppens naam uit het register verwijderd. Gerrit Koelewijn Azn. uit Spakenburg (BU 94) kocht het vaartuig. Zeven jaar later verkocht deze de pluut aan Jan Wormsbecher uit Monnickendam (MO 8). Hendrik Foppen stierf op 26 augustus 1919 te Elburg op de leeftijd van 63 jaar.

Evert Zwart

Heel kort was het nummer EB 17 in 1918 in handen van Evert Zwart. Zwart was schipper op het vrachtscheepje 'Eben-Haëzer'. In het register staat het als volgt weergegeven: 'Is een particulier vaartuig, waarmede tijdelijk de visserij wordt uitgeoefend'. In een bewaard gebleven briefje, gedateerd op 1 juni 1918, schreef het college van B. en W. aan de havenmeester het volgende: 'Hiermede hebben wij de eer U te berichten dat ons College in zijne vergadering van heden op een daartoe strekkend verzoek van E. Zwart heeft besloten zijn schip als vissersschuit aan te merken voor den duur dat hij dit als vissersschuit voor zijn vissersbedrijf bezigt. Wij verzoeken u hiervan E. Zwart kennis te geven.' 

Hannes aan 't Goor

Vanaf 1919 behoorde het nummer EB 17 toe aan Hannes aan 't Goor (1878-1960). Aan 't Goor was op dat moment al in het bezit van een andere botter, de EB 27. De aanschaf van een tweede botter had te maken met het feit dat Aan 't Goor (De olde Hannesman) enkele opgroeiende jongens had. In 1918 gaf 'De olde Hannesman' de werf De Haas te Durgerdam de opdracht een nieuwe botter te bouwen. In 1919 werd dit vaartuig ingeschreven onder het nummer EB 17. De botter kostte 3700 gulden.

Afbetaling

De botter was sneller afbetaald dan verwacht. Oudste zoon Hannes aan 't Goor (1902-1985) vertelt hier in een interview in 1984 het volgende over: 'Kort na de Eerste Wereldoorlog brak er een staking uit onder de havenarbeiders in Amsterdam. De regering vroeg toen arbeiders om het werk van de stakers over te nemen. Mijn vader had op dat moment twee schuiten. Hij heeft zich bij Jan Janssen, de mandenmaker, opgegeven om arbeiders naar Amsterdam te vervoeren. Het is wel voorgekomen dat we vijfenzeventig man op de schuiten vervoerd hebben. We kregen een rijksdaalder per persoon. Daar heeft vader goed mee verdiend en met dat geld kon hij die nieuwe botter uit Durgerdam betalen. Ik zal nooit vergeten dat vader het geld in huis verstopt had, op de plek waar mijn mondharmonica altijd lag. Toen ik deze eens tevoorschijn haalde om te spelen, vielen er allemaal briefjes van honderd uit het doosje. Dat heeft toen grote indruk op mij gemaakt.'

In span vissen

Vader Aan 't Goor viste vanaf 1922 met zijn zoon Gerrit (1910-1985) op de EB 17. De twee andere zoons, Hannes (1902-1985) en Jan (1906-1989), visten samen op de EB 27. Met de twee botters beoefenden de Aan 't Goors hoofdzakelijk de hoekwantvisserij. Met de drijfnetten vormden de beide botters een span. Op hoge leeftijd wist Hannes aan 't Goor zich daarover nog het volgende te herinneren: 'Vader was uiteraard de baas van dat span, maar dat gaf wel eens spanningen. Het kwam wel voor dat vader, die al op leeftijd raakte, 's avonds naar huis wilde en wij als jongens liever doorvisten. Als je visserman wilde zijn moest je op zee wezen en niet aan de wal.'

Bijzonderheden

De EB 17 werd al vóór 1930 voorzien van een hulpmotor. In de schuit werd voor 85 gulden een T-Ford motor ingebouwd. Daarmee was de EB 17 één van de eerste schuiten van de Elburger vloot die een hulpmotor bezat. Later is de T-Ford vervangen door een A-Ford. Opvallend was dat de EB 17 koperen kaarplaten in de bun had. Dat voorkwam grotendeels de aangroei van 'dorens' (zeepokken). Daarnaast streek Hannes aan 't Goor zijn schuit in met een zogenaamde koper- of huidverf (afkomstig uit Amsterdam). Het resultaat was dat de schuit minder vaak 'gehelligd' hoefde te worden.

Jongste zoon aan boord

In 1937 kwam ook jongste zoon Henk (geb. 1923) als knecht op de botter van zijn vader. Vanaf dat moment waren er vaak drie man aan boord. De Aan 't Goors visten voornamelijk met het hoekwant. De beug bestond gewoonlijk uit twaalf spleten hoekwant (een spleet omvat tweehonderd haken) per dag.

Grote timmerbeurt

In 1948 kreeg de EB 17 een grote timmerbeurt. De botter lag dat jaar vele weken op de werf van Balk in Elburg. Er werd maar liefst voor 6110 gulden aan de schuit vertimmerd. Eind september kwam de grotendeels vernieuwde botter weer in de vaart. Opmerkelijk is dat Hannes aan 't Goor al op 7 oktober het hele bedrag had afbetaald.    

Einde visserij

In 1950 nam Gerrit aan 't Goor de vergunning van zijn vader over. Zijn vader ging vanaf dat moment steeds minder vaak mee naar zee. Meestal maakte Hannes aan 't Goor thuis enkele spleten hoekwant klaar voor zijn zoons. Bij een werkbezoek van Koningin Juliana aan Elburg -in 1954- mocht de oude Aan 't Goor de vorstin namens de vissers een mandje met paling aanbieden. In 1955 beëindigden de gebroeders Aan 't Goor de visserij in verband met de inpoldering van Oostelijk-Flevoland. De botter verkochten zij in 1957 als pleziervaartuig aan Boonstra uit Leeuwarden.      

Pleziervaartuig

De familie Boonstra had de EB 17 vele jaren in bezit. De botter voer onder de naam 'Séhoun' en had in die tijd Koudum als thuishaven. In 1987 besloten de Boonstra's de botter te verkopen. De inmiddels vervallen schuit kwam in bezit van Jan Willem Stofberg uit Enkhuizen. Hij restaureerde het schip in zeven jaar grondig. Op 28 mei 1994 werd te Enkhuizen, in aanwezigheid van vele genodigden, de opgetimmerde EB 17 opnieuw te water gelaten. Wederom kon de Vereniging Botterbehoud een prachtig varend monument aan haar lijst toevoegen.

Hulpverlening

In den nacht van maandag op dinsdag j.l. strandde de met turf geladen tjalk van P. Hoeksma op weg van de Lemmer naar Amsterdam, op de zgn. Nabberd in de Zuiderzee nabij deze gemeente. Het schip bekwam tevens een lek en de opvarenden, schipper H. met vrouw en zoon waren genoodzaakt den gehelen nacht op het dek door te brengen. Dinsdagmorgen werd de toestand der door den aanhoudende regen en wind verkleumden opgemerkt door den visser H. Foppen alhier, die de opvarenden te Elburg aan de wal bracht. Bij een heerlijk vuur en van droge kleren voorzien kwam er gelukkig spoedig een gunstige verandering in hun deerniswaardigen toestand. Het is te hopen dat men er spoedig in mag slagen het schip vlot te krijgen, te meer daar het niet verzekerd is. Bron: Nieuws- en Advertentieblad Elburg en Omstreken 1 december 1906

Bedrijfsmiddelen

Op 18 oktober 1933 werd ten behoeve van Hannes aan 't Goor een lijst met bedrijfsmiddelen opgesteld die in aanmerking konden komen voor waardevermindering in verband met de afsluiting van de Zuiderzee. Het overzicht bevat de volgende 'goederen': 3 dwarskuilen, 4 klaarzakken, 6 haringnetten, 8 spieringnetten, 4 staande spieringnetten, 7 botsleepnetten, 12 floddernetten, 2 inkels, 1 gedeelte van een kuil, 35 spleet hoekwant, 1 stel sleeptouwen, 1 stel kuiltouwen, 19 beslagstenen, 2 kogels, 11 aalbakken, 25 baken, 2 manden, 1 hoekersplank, 2 zeilen, 1 fok, 1 grote kluiffok, 2 kleine kluiffokken, 1 botter EB 17 inclusief span zeilen exclusief motor.

Vischnetten in brand

De vissers, die graag 's avonds een praatje maken op de vissersbeurs aan de haven, waar dan de dingen besproken worden over de afgelopen week of dag, werden plotseling opgeschrikt door den roep 'brand'. Al spoedig bemerkten ze dat er iets brandde op een schuit. Toen men op de plaats des onheils aankwam, bleek het dat de schipper van de EB 17 zijn netten in den mast te drogen had gehad. Toen hij deze wilde laten zakken kwamen er vonken uit den schoorsteen; deze vonden haar weg naar de droge vissersnetten en al spoedig stonden deze in brand. De toegesnelde vissers blusten direct het vuur, zodat ernstige schade voorkomen werd. De brandweer, die inmiddels gewaarschuwd was, hoefde niet uit te rukken. Bron: Elburger Courant 20 december 1946

Grote timmerbeurt

In één van de werfboeken van de familie Balk uit Elburg staat een specificatie van de grote timmerbeurt, die in 1948 aan de EB 17 werd verricht.

Echtpaar H aan 't Goor-Ponstein in 't goud

Het echtpaar H. aan 't Goor-Ponstein in de Noorderkerkstraat heeft woensdag zijn vijftigjarig huwelijksjubileum gevierd. De 73-jarige visserman en zijn 70-jarige echtgenote mogen op een gezegend huwelijksleven terugzien. Tien kinderen kregen zij en deze zijn allen nog in leven en gezond. Aan 't Goor heeft vanaf zijn achtste jaar op zee gezworven; van schoolbezoek kwam dus niet veel terecht, maar Aan 't Goor heeft zelf gezorgd voor zijn ontwikkeling. Behalve de schoolvakken kent hij Esperanto, de wereldtaal die hij door middel van radio-lessen leerde. Verder is hij de man, die indertijd het hoekwantvissen te Elburg heeft ingevoerd. Als jongen begon hij daarmee, zijn voorbeeld vond navolging en later leerde hij dit vak ook aan andere vissersjongens. Vorig jaar heeft Aan 't Goor de zee vaarwel gezegd, maar hij is toch nog geregeld bij de haven te vinden. Hij geniet nog een uitstekende gezondheid; zijn echtgenote is ook nog flink, maar zij is toch niet meer geheel degene die zij geweest is. Bron: Elburger Courant 03-08-1951

Bronvermelding: De informatie komt uit het boek Historie van de Elburger Vissersvoot. Auteur: Willem van Norel (Oudheidkundige vereniging Arent thoe Boecop)